Synoniemen
Aanvraagformulier
Matrix
Afnamerecipiënt
Afnamerecipiënt Extra
Patiëntvoorbereiding
geen specifieke patiëntvoorbereiding vereist
Monsterverzending intramuros
op kamertemperatuur
Monsterverzending extramuros
geschikt staaltype voor analyse: CSV, amnionvocht, oculair monster
minimum staalvolume: 250 µl; amnionvocht minimum 1050 µl.
verzendingscondities: op kamertemperatuur
Wissers in universeel of virus transportmedium. Bij voorkeur eSwab (Copan) in bijbehorend medium.
Uitvoerende afdeling
Uitvoerfrequentie
Uitvoer Frequentie Extra
Uitvoering In Urgentie
Analysetijd
Beproevingsmethode
Extractie DNA uit matrix met Nuclisens easyMAG toestel (Biomérieux). Amplificatie DNA met real-time PCR in Lightcycler 480 toestel (Roche).
Referentiewaarden
Detectielimiet: 3,59 parasieten per ml
Accreditering
Externe kwaliteitscontrole (EQC)
Externe kwaliteitscontroleprogramma (EQC)
Sciensano (TG panel)
Aanrekening onder RIZIV
Ja
Aanrekening patiënt
Ja, indien niet voldaan aan RIZIV terugbetalingscriteria
Zie lijst
Opmerking
Deze verstrekking kan slechts worden uitgevoerd onder de volgende omstandigheden:
1° Diagnose van cerebrale toxoplasmose bij immuungecompromiteerde patiënten met een positieve serologie voor IgG en met klinische en radiografische tekenen wijzend op een cerebrale toxoplasmose. Maximum 1 bepaling per episode.
2° Prenatale diagnose van congenitale toxoplasmose op amniosvocht. De volgende groepen van patiënten komen in aanmerking:
a) patiënten met seroconversie voor toxoplasma gondii tijdens de zwangerschap (negatieve IgG bij eerste raadpleging, positief worden van IgG bij een daaropvolgende bloedafname). De seroconversie moet steeds bevestigd worden op een tweede serummonster.
b) Patiënten met een serologisch profiel bij het begin van de zwangerschap waarvan niet met zekerheid kan worden uitgemaakt of de infectie vóór of na de conceptie optrad. Hiervoor moeten minstens 2 serummonsters worden onderzocht met een tijdsinterval van minstens 3 weken.
Maximum 1 bepaling per episode.
3° Oppuntstelling van een mors in utero, hydrocefalie, intracerebrale calcificatie.
4° Diagnostiek van oculaire toxoplasmose. Patiënten met positieve serologie voor IgG en indien de oogfundus een toxoplasma chorioretinitis suggereert. Maximum 1 bepaling per episode."