Synoniemen

BCR-ABL Mbcr

Matrix

beenmergaspiraat
bloed

Afnamerecipiënt

Afnamerecipiënt Extra

minimum 10 ml (verhogen gevoeligheid bij CML patiënten in opvolging)

Patiëntvoorbereiding

geen specifieke voorbereiding

Monsterverzending intramuros

op kamertemperatuur

Monsterverzending extramuros

Op kamertemperatuur. Omwille van de labiliteit van RNA dient het monster binnen de 24 u na afname op het laboratorium toe te komen.

Uitvoerende afdeling

Moleculaire Diagnostiek

Uitvoerfrequentie

wekelijks

Uitvoering In Urgentie

nee

Analysetijd

diagnose: 1 week; follow up: 2 weken

Beproevingsmethode

Uit het monster wordt RNA geëxtraheerd. Dit wordt met reverse transcriptase omgezet in cDNA.
Hierop wordt real-time kwantitatieve PCR uitgevoerd met de BCR-ABL Mbcr Fusionquant Kit (Ipsogen) en de Lightcycler 480.
De gebruikte primers en probes werden gevalideerd door het Europe Against Cancer consortium.

Referentiewaarden

Het resultaat wordt uitgedrukt als % BCR-ABL/ABL waarbij ABL het referentiegen is dat wordt gebruikt voor de normalisatie. Bij CML patiënten worden de resultaten gerelateerd aan een in house basislijn waarvan validatie heeft aangetoond dat deze sterk correleert met de IS (international scale). MR3.0= Majeure moleculaire respons wordt bereikt bij ≤ 0.1% BCR-ABL MR4.0 = Diepe moleculaire respons wordt bereikt bij (i) ≤ 0.01% BCR-ABL of (ii) moleculair ondetecteerbaar BCR-ABL transcript met ≥ 10000 ABL transcripts. MR4.5 = Diepe moleculaire respons wordt bereikt bij (i) ≤ 0.0032% BCR-ABL of (ii) moleculair ondetecteerbaar BCR-ABL transcript met ≥ 32000 ABL transcripts. MR5 = Diepe moleculaire respons wordt bereikt bij (i) ≤ 0.001% BCR-ABL of (ii) moleculair ondetecteerbaar BCR-ABL transcript met ≥ 100000 ABL transcripts. Volgens EUTOS for CML "Working definitions of moleculair responses in CML" version 4 augus 2014 Nick Cross.

Klinische relevantie

Het BCR-ABL p210 fusiegen-transcript is aanwezig bij 99% van de gevallen van Chronische Myeloide Leukemie en zeldzame gevallen van Acute Lymfoblastische Leukemie.
De voornaamste toepassingen vormen de diagnose van CML en de opvolging van de behandeling met tyrosine kinase inhibitoren (TKI's) zoals imatinib. Recente studies tonen aan dat tweede generatie TKI's (nilotinib, dasatinib) resulteren in een snellere en betere respons dan imatinib. Het is belangrijk om de MR te rapporteren op een gestandaardiseerde manier om op de correcte wijze te kunnen reageren op de therapierespons. Bijvoorbeeld ≤ 0.1% na 12 maanden therapie definieert een optimale respons terwijl > 1% na 12 maanden therapie falen defineert waarbij een therapie switch of bijkomende onderzoeken zoals BCR-ABL kinasedomein mutaties nodig zijn. Baccarani et al. 2013 Blood European LeukemiaNet recommendations for the management of chronic myeloid leukemia: 2013. Bij ALL impliceert de aanwezigheid van een BCR-ABL fusiegen-transcript een ongunstige prognostische factor en de mogelijkheid van kwantitatieve follow-up.

Accreditering

ISO 15189 204-MED

Aanrekening onder RIZIV

Ja

RIZIV Nomenclatuur

594053-594064 bij diagnose

594075-594086 bij opvolging

 

Verantwoordelijke

Marie-Berthe Maes